Als je oprecht het spirituele pad bewandelt, dan is de kans vrij groot dat je een ontwakingservaring meegemaakt hebt, of gaat meemaken. Ineens zie je in dat wat je brein je over jezelf vertelde – dat je een afzonderlijk persoon bent, met deze kenmerken, dat je moet zien te krijgen wat je nodig hebt – nooit waar was. De hele structuur van je zelfbeeld, je ego, kan van het ene moment op het andere wegvallen. En als dat gebeurt, voel je je tevreden en verbonden met alles en iedereen. Dit is een ontwakings- of verlichtingservaring.
Zo’n ervaring kun je al vrij snel in je ‘spirituele loopbaan’ hebben. Meestal is hij echter van korte duur: een paar minuten tot heel misschien een paar weken. Daarna verval je weer in je oude patroon van ‘ik’-denken en een bepaalde mate van emotionele reactiviteit, stress en ontevredenheid.
Na deze ‘terugval’, staat je ego onmiddellijk klaar om je te vertellen dat je poging tot het bereiken van verlichting niet gelukt is. Misschien vertelt het je zelfs dat al dat gemediteer voor jou niet werkt. Dat het geen nut heeft, zinloos is. Trap er niet in.
In werkelijkheid kun je niet achteruitgaan op het spirituele pad. Het is eenrichtingsverkeer. Als je eenmaal gezien hebt dat je prima kunt leven zonder zelfbeeld, kun je onmogelijk nog geloven dat je je zelfbeeld bent. Dit inzicht; het inzicht dat jouw gedachtes over jezelf helemaal niet beschrijven wie jij bent; dat je zelfbeeld niet meer is dan een ruis uit het verleden; dat is spiritueel ontwaken. En spiritueel ontwaken is permanent, er is geen weg terug.
En toch kun je terugvallen in ‘ik’-denken. Sterker nog, je kunt er vergif op innemen dat je van tijd tot tijd egocentrisch zult denken en handelen, of je nu spiritueel ontwaakt bent of niet. Soms ben je net een mens. Wanneer dat gebeurt, hebben we de neiging om onze eerdere verlichtingservaring te verwerpen. “Als dat daadwerkelijk verlichting was, dan had ik me nu niet zo gevoeld (of zo gehandeld).” Op het moment dat je deze gedachte hebt, ben je zeer zeker niet verlicht. Maar het ene moment houdt geen verband met het andere. Dat je nu niet verlicht bent, betekent niet dat je nooit verlicht geweest bent. Verlichting is een momentopname.
Laat me het verduidelijken met een voorbeeld. Als je wel eens mindfulness gedaan hebt, of iets wat er op lijkt, dan weet je dat je brein rustig wordt, zolang je je aandacht helemaal kunt richten op dit moment. Op wat je nu aan het doen bent, wat je nu hoort, voelt, ziet, ruikt, of proeft. Met wat oefening wordt deze ervaring nog iets intenser, maar dit is al de hele verlichtingservaring. Meer is het niet. Zolang je aandacht ligt bij je directe waarneming, kun je niet in gedachten verzonken zijn. Op het moment dat je je bewust bent van je directe waarneming, dan heb je geen zelfbeeld. Het bestaat simpelweg niet – op dat moment. Je kunt je zelfbeeld niet direct waarnemen.
Waarom is het van belang of je een zelfbeeld hebt of niet? Omdat alles wat je lastig vindt aan je leven, alles wat afbreuk doet aan je levensgeluk, rechtstreeks gekoppeld is aan je zelfbeeld: een ‘losse’ persoon die iets moet zien te bereiken, krijgen, oplossen, of moet veranderen, of in het verleden nooit bepaalde dingen had moeten doen. Zonder zelfbeeld is het leven altijd goed. Daarom is verlichting zo fijn.
Maar je weet ook dat je gedachten het ieder moment over kunnen nemen. Voor je het weet ben je afgeleid door je gedachten. En waarover gaan je gedachten? Vaak over jezelf! Let maar eens op hoe vaak het woord ‘ik’ in je gedachten voorkomt. Vaker dan je zou denken. En nu heb je een zelfbeeld. Toen je aandacht bij je directe waarneming was, had je geen zelfbeeld. En nu wel. Verlichting is een momentopname.
Een misvatting is dat het spirituele pad, als je maar hard genoeg werkt, leidt tot verlichting, en dat je dan klaar bent, voor eeuwig gelukkig. Heel hard je best doen, en dan wordt je hopelijk beloond. Maar zo werkt het niet. Ten eerste is verlichting voor iedereen op ieder moment beschikbaar, je hoeft er niet hard voor te werken. Richt je aandacht op je directe ervaring. Voilà, dit is het, meer is het niet. Ten tweede is het niet zo dat je na het ervaren van verlichting klaar bent: je kunt net zo gemakkelijk weer terugvallen in je oude patronen.
Wat is dan het doel van het spirituele pad, als we onze verlichting net zo gemakkelijk weer kwijtraken? Het lijkt bijna zinloos. Maar dat is het niet.
Toen je voor het eerste leerde fietsen, viel je constant van je fiets. Gelukkig dacht je er als kind niet zo over na, anders had fietsen zeker een onmogelijke opdracht geleken. Tegenwoordig kun je waarschijnlijk fietsen zonder steeds te vallen. Het gaan vanzelf. Maar je kúnt nog steeds vallen. Als je overmoedig wordt en niet uitkijkt, ga je onderuit.
Het spirituele pad is hetzelfde. In het begin lijkt het onmogelijk om steeds in het moment te zijn. Zeker als er wat stress is, als er dingen gebeuren die ons niet aanstaan. Dan ervaren we opdringerige gedachten, en weg is onze staat van verlichting. We lijken machteloos. Maar dat is niet zo. Oefening baart kunst. Met meer oefening ben je steeds beter in staat om in je lichaam te blijven, wat er ook om je heen gebeurt. Maar zelfs een expert kan soms onderuitgaan en terugvallen in ‘ik’-denken.
Het zij zo. De vruchten van het spirituele pad zijn die moment dat je wél verlicht bent. En dat kan best het overgrote deel van de tijd zijn. En die tijd ben je gelukkig, liefdevol, gewetensvol, bewust. Dáár doe je het voor. En ontglipt het je even: schouders ophalen en weer door. Je spirituele pad is niet gefaald. Je verlichting was echt. Het is alleen een momentopname.
Nog een kanttekening om het af te ronden. In zijn gangbare, spirituele betekenis heeft het woord ‘verlichting’ wel degelijk een permanente bijklank. Gautama Boeddha was verlicht, en kon nooit meer terugvallen in ‘ik’-denken. Vergeet deze betekenis van het woord ‘verlichting’. Jezelf vergelijken met de Boeddha levert niets dan ellende op.
Alleen je ego wil de verlichtingstoestand permanent maken. Het ego wil alles permanent maken. Maar op die momenten dat je verlicht bent, is daar geen enkele noodzaak voor. Nu verlicht is goed genoeg. Wat de toekomst brengt, zien we dan wel weer.
Ik wens je veel verlichte momenten!